De blinde ziener


Jean-François Lyotard (1924-1998), de filosoof van het einde van de grote verhalen, heeft talrijke geschriften over moderne en hedendaagse kunstenaars nagelaten. Leuven University Press brengt ze in een vijfdelige reeks uit, tweetalig bovendien: het Franse origineel staat naast de Engelse vertaling. Bij de moeilijkheidsgraad van Lyotards taal is zo’n vertaling heel welkom. Een essay over Karel Appel opende de reeks, aangekondigd is het deel over Marcel Duchamp. Onlangs verscheen Sam Francis. Leçon de Ténèbres «like the paintings of a blind man». In zijn voortreffelijke inleiding schetst Herman Parret de ontwikkeling in het werk van de Amerikaanse schilder (1923-1994) die weigerde een abstract expressionist te worden genoemd. Aan die term ligt immers te veel zekerheid ten grondslag: iemand die weet wat hij van zichzelf wil uitdrukken. Francis, die de meesten spontaan associëren met overweldigende kleuren, een nerveuze schriftuur en grote formaten, begon in de jaren ’50 met ‘Saturated Paints’. Enkele jaren later verschijnt in het midden een witte rechthoek, de zogenaamde ‘Sail Paints’. Tussen die extremen van volledig met nauwelijks identificeerbare kleurvormen en -scherven gevulde doeken en grote witte vlakken met felle kleuren slechts dichtbij de rand beweegt zijn oeuvre zich. Soms verschijnen donkere rasters in de leegte van het doek, soms dikke wolkenstempels.

De filosoof geeft niet toe aan de illusie de betekenis van Francis’ doeken te achterhalen. Altijd ontsnapt er iets, en dat vindt hij ook het wezenlijke aan dit werk. Het is één paradox. Ondanks de verleidelijke kleuren, de verrukking van het mooie, probeert het ons te doen ophouden met kijken (dat altijd verbonden is met een bewustzijn dat herkent en weet), en wil het ons voorbij de verschijnselen doen zien (los van geprefabriceerde ideeën). Dit laatste hangt samen met Francis’ belangstelling voor alchemie en oosterse filosofie. Lyotard zet zich af tegen een esthetiserende, louter zintuiglijke receptie van de kleurenweelde in dit oeuvre. Hij wijst op de duisternis, de pijn en de doodsangst die erdoorheen sijpelen. ‘La couleur se paint içi en se plaignant.’ Hoewel de essayist in zijn korte poëtische prozastukken bij in totaal 42 werken (die telkens op een hele pagina zijn gereproduceerd) veel vrijheden veroorlooft, stuit hij voortdurend op de grens van het zegbare. ‘We’d need to write like he paints: like one suckles. Go down and get your tongue under the delicious sensations. Get your tongue under the tongue of meanings. Groan because one cannot speak, infatuated by all the milk of meanings. Muttum, word.’

Desondanks opent dit commentaar talrijke inzichten in het werk van Francis, met de dubbele betekenis die het woord ‘peinture’ eigen is: het proces van het schilderen en het product ervan. Lyotard gaat in op het gebaar van de schilder, zijn materiaalgebruik, de aard en de plaats van de kleur, de beweging van de compositie − niet systematisch, maar met voldoende herhalingen om de rode draad in zijn visie op de kunstenaar duidelijk te maken. Hij heeft ook aandacht voor de context: de biografische (de rol van de ziekte begin jaren ’60 die leidde tot het onthutsende ‘Blue Balls VII’), de interartistieke (Bonnard, Matisse, Pollock, maar ook Debussy en Schubert), de wereldervaring van de schilder met ateliers in Parijs, Bern, Tokio en Santa Monica. Geregeld neemt hij uitspraken van de kunstenaar in zijn tekst op, zoals ‘Maybe “seeing” is just an illusion.’ De rijkdom van Lyotards beschouwingen, het samengaan van tekst en reproductie, de nummering van de afgebeelde werken waardoor er ook in het uitgebreide voorwoord precies naar kan verwezen worden en de rustige vormgeving maken dit boek in alle opzichten ‘af’, klaar om gelezen, herlezen en overdacht te worden.

Erik DE SMEDT

Jean-François Lyotard, Sam Francis. Leçon de Ténèbres / Sam Francis. Lesson of Darkness: ‘like the paintings of a blind man’. Leuven University Press 2010. 223 p., € 39,50

verschenen in <H>ART, 2010